Een studie toont aan dat bij Lumbale spinaalstenose, een aandoening waarbij het spinaal kanaal vernauwt, fysieke therapie even goed werkt dan een operatie om de symptomen te verlichten.
Spinaalstenose is een veelvoorkomende oorzaak van zenuwklemming, tintelingen, zwakte en ongevoeligheid in de rug of benen. Dit komt vooral voor bij het ouder worden door vervorming van de botstructuren, maar kan ook veroorzaakt worden door een hernia, osteoporose of een tumor.
Een operatie kan soelaas bieden maar is in tegenstelling tot fysieke therapie veel riskanter. In 15% van de gevallen komen complicaties voor en de helft daarvan zijn levensbedreigend, zegt een dokter aan de universiteit van Pittsburgh.
Daarom wilden enkele onderzoekers nagaan of fysieke therapie, wat veiliger is dan een operatie, even goed kan werken om de symptomen van spinaalstenose te verlichten.
169 patiënten die zich voor operatie hadden geregistreerd wilden aan het project deelnemen. Zij werden in 2 groepen verdeeld. De helft kreeg 2 maal per week fysieke therapie gedurende 6 weken en de andere helft onderging onmiddellijk de operatie.
De patiënten waren allen minstens 50 jaar oud en konden nog steeds minstens 400m wandelen zonder moeilijkheden. Ook hadden ze geen ander onderliggende problemen zoals dementie, vaataandoeningen, kanker of een hartaanval.
De meesten onder hen waren sedentair of slechts licht actief en waren obees.
Na 2 jaar follow-up bleek dat, in welke groep de patiënten ook gestart waren, na 2 jaar was de reductie van pijn over beide groepen gelijk.
Er is dus zeker een plaats voor fysieke therapie in de behandeling van Spinaalstenose en het is de moeite waard om het te proberen voor men overgaat tot operatie.
Bron: Annals of Internal Medicine, online April 6, 2015.